WEii, BENG, ENG, BREEAM, MPG, Bouwbesluit en nog veel meer…. Met 101 duurzaamheidmethodieken worden projecten tegenwoordig wel erg complex. Bedrijven in de bouw zien zo door de bomen soms het bos niet meer. Hoe nuttig zijn al die methodieken samen nou eigenlijk? En blijft de bouw zo wel betaalbaar? Samen met Daphne Ouwehand en Mark Ooms gaan we hierover in gesprek. Want één ding is duidelijk: onnodige tijd, geld en andere middelen besteden zit niemand op te wachten.

Wie is Daphne Ouwehand?

Daphne is Adviseur Duurzaamheid bij DVI en stuurt samen met Mark het team Duurzaamheid aan. Haar taken liggen voornamelijk intern bij het begeleiden van personeel, inclusief het opleidingstraject. Daarnaast houdt ze zich bezig met kwaliteitsbewaking, gericht op inhoudelijke verbetering en procesoptimalisatie. Tot slot werkt ze als adviseur aan projecten op gebied van duurzaamheid en installatietechniek.

Wie is Mark Ooms?

Ook Mark is Adviseur Duurzaamheid. Buiten de aansturing van het team met Daphne richten zijn taken zich voornamelijk naar buiten toe. Hij houdt zich daarbij bezig met dienstenontwikkeling, kennisdeling, sales en implementatie. En natuurlijk ook de dagelijkse projecten, net zoals Daphne.

De Trias Energetica

Met de vele methodieken en factoren die je in een project mee moet nemen, is het belangrijk om een duidelijk startpunt te hebben. Het startpunt van Daphne en Mark is daarom bij ieder project hetzelfde. “Bij het opstellen van een duurzaamheidsadvies beginnen we altijd met het principe van de Trias Energetica,” vertelt Daphne. “Dit houdt in dat we eerst kijken naar hoe we de gebouwschil kunnen verbeteren, en dan pas kijken naar de benodigde methodieken en installaties.” Het komt er op neer dat de eerste stap is om de energievraag omlaag te brengen. “Op die manier wordt je totale advies een compleet verhaal. Ook als je niet per se alle mogelijke of heel veel methodieken toepast,” legt Mark uit.

Hoe zit het dan met de verschillende duurzaamheidsmethodieken die de adviseurs dagelijks toepassen? Mark vertelt dat er inderdaad veel methodieken langskomen: “In de eerste plaats doen we veel BENG energielabels. Maar denk ook aan MPG berekeningen, BREEAM berekeningen en onderzoeken, WEii berekeningen, installatietechnische tekeningen en advies, ga zo maar door. Alle berekeningen uit het BBL moeten terugkomen, dus het kan soms een hele lijst zijn. “Inderdaad,” vult Daphne aan. “Niet dat alle berekeningen onder ons team vallen natuurlijk, maar je moet wel snappen waar alles over gaat. Mark knikt instemmend. Ook hij ziet de overlap tussen duurzaamheidsadvies en installatietechniek dagelijks terugkomen. “Denk aan onze focusgebieden, zoals water, materiaal en energie. Bij die vraagstukken moet je ook rekening houden met installatietechnische aspecten. Bijvoorbeeld het uitwerken van je gebruik van hemelwater. Dit zijn natuurlijk niet echt methodieken, maar wel overlappende vraagstukken telkens terugkomen.

Complexiteit

De overlap tussen methodieken en werkvelden komt in veel projecten terug. Ter illustratie refereert Mark naar een vraagstuk voor het gasloos maken van bestaande bouw. Want overstappen op een warmtenet, hoe doe je dat? En als dit niet kan, wat doe je dan? “Een algemeen vraagstuk zoals ‘hoe gaan we dit gebouw verduurzamen’ kan veel verschillende ingangen hebben. Doen we dat met een methodiek, met een BENG berekening, gaan we iets doen met energie, met water, met materiaal? Elke keuze heeft een implicatie voor je project, voor wat je daarna wel en niet kan doen,” legt Mark uit. “Kies je ervoor iets met energie te doen, heeft dat weer te maken met netcongestie, wat invloed heeft op je kosten, subsidies, enzovoort.” Oftewel: het is geen simpele optelsom. Draai je aan de ene knop, gebeurt er aan de andere kant weer iets. Maakt dat het werk té complex? Zien ook de adviseurs door de bomen het bos niet meer? Daphne legt uit waarom dat eigenlijk wel meevalt: Het startpunt blijft hetzelfde, dus je kunt altijd duidelijk zien wat je wel en niet kan doen. Plus een beetje complexiteit geeft uitdaging, dat maakt het eigenlijk alleen maar leuker. Je kunt met meerdere methodieken nou eenmaal een completer advies geven.” Daarbij komt het van pas dat intern alle benodigde kennis beschikbaar is: “Zo hoeven we andere partijen niet bij ons advies te betrekken voor ondersteuning. Dat maakt het samenwerkingsproces optimaal,” vertelt Daphne.  

“Goedkoop is niet alleen duurkoop, je levert ook in op comfort en bruikbaarheid. Niet alleen het steeds weer wachten op verbouwingen, maar ook dat je elke paar jaar weer achter de feiten aan loopt.”

~ Daphne Ouwehand

De toegevoegde waarde van de veelheid aan methodieken is zo niet alleen te vinden in de compleetheid van een advies; ook efficiëntie lijkt een belangrijke factor. Waar een duurzaamheidsbureau en een installatiebureau moeten overleggen of langs elkaar gaan werken, kunnen Daphne en Mark beide specialismen combineren in hun advies. “Dat maakt niet alleen het proces efficiënter, maar het advies ook toekomstbestendiger. Wij kunnen zo vanaf het begin al rekening houden met alle relevante aspecten en stakeholders, zowel op korte als op lange termijn,” legt Daphne uit. 

Hoe houden we de bouw betaalbaar?

Efficiënter of niet, toch wordt ook de betaalbaarheid van de bouw flink onder druk gezet door de duurzaamheid en installaties. Geluiden uit de markt laten horen dat het te veel wordt. Ook Mark vindt het wat veel worden: “Ik denk dat we naar een systeem toe moeten waardoor het makkelijker samengaat. Want ja, we moeten verduurzamen. Maar dat zouden we niet altijd op acht of negen verschillende manieren moeten doen…”

De oplossing? Anders kijken naar de terugverdientijd. Op de lange termijn zijn verduurzamingsplannen namelijk echt goedkoper: “Dan hebben we het niet over twee, maar over vijftien jaar. Op korte termijn lijkt verduurzamingsconcept A bijvoorbeeld goedkoper dan het uitgebreidere concept B,” legt Mark uit. Maar concept A moet na vijf jaar opnieuw verbouwd worden om aan wetgeving te voldoen. Als je dus uitzoomt naar een terugverdientijd van vijftien jaar, zie je dat concept B uiteindelijk goedkoper is. Kortom, als we de bouw betaalbaar willen houden, we moeten dus af van ad hoc reacties en kortetermijn denken. Want zo blijven we bezig, én heb je elke vijf jaar onnodig extra kosten. Daarnaast brengt deze werkwijze automatisch meer comfort voor gebruikers, vult Daphne aan: “Goedkoop is niet alleen duurkoop, je levert ook in op comfort en bruikbaarheid. Niet alleen het steeds weer wachten op verbouwingen, maar ook dat je elke paar jaar weer achter de feiten aan loopt. Vanuit het perspectief van de gebouwgebruiker is dat ook niet prettig.”

Vooruitdenken is dus de kostenbesparende crux in het oerwoud van methodieken en installatietechnieken. De verschillende perspectieven die adviseurs aannemen gedurende het proces dragen zo bij aan een bruikbaar, haalbaar én toekomstbestendig advies. Want een gebouw dat nog jaren blijft staan, verdient een verduurzaming die langer dan vijf jaar meegaat. Alleen zo houden we de bouw betaalbaar. Alleen zo maken we de bouw toekomstbestendiger. En Daphne en Mark? Die staan klaar om te helpen bij jouw volgende duurzaamheidsvraagstuk.