Het is duidelijk: de komende jaren blijft netcongestie een terugkerend probleem. Een hobbel voor de energietransitie, maar zeker niet onoverkomelijk. Het maakt dat we anders moeten gaan nadenken over oplossingen. Waar de Trias Congestica aangeeft waar je allemaal op moet letten, bespreken we in dit artikel hoe je dat precies moet doen. Hiervoor gebruiken we onze eigen ‘DVI Methode’.
Wat is de DVI Methode?
We passen de Trias Congestica toe volgens de DVI Methode, waarbij we drie stappen doorlopen: Definiëren, Vaststellen en Implementeren. Hiermee helpen we opdrachtgevers in de bouw bij het vinden van maatwerkoplossingen om netcongestie te omzeilen en verdere overbelasting te voorkomen. De oplossingen vormen de basis voor een efficiënt energieconcept.
Stap 1 – Definiëren van het probleem
Voordat er project-specifieke oplossingen ontworpen worden, is het van belang om het bouwproject en haar context in kaart te brengen. We beginnen daarom bij het doorlichten van een project.
- Type project: Gaat het om nieuwbouw of bestaande bouw? Elk type brengt zijn eigen uitdagingen met zich mee.
- Context en locatie: Bevindt het project zich in een congestiegebied? En welke specifieke beperkingen spelen hier vanuit de netbeheerder?
- Stakeholders: Wie zijn betrokken bij het project en hoe kunnen zij bijdragen aan de oplossing? Dit zijn niet alleen netbeheerders, maar ook leveranciers, afnemers en projectpartners.
Door een goed beeld te hebben welke actoren en stakeholders betrokken zijn bij het project, kan er aan een oplossing op maat gewerkt worden. Bij nieuwbouwprojecten kan het bijvoorbeeld voorkomen dat nieuwe aansluitingen voor energieafname of terug levering niet gerealiseerd worden, vooral in gebieden met netcongestie. Capaciteitsproblemen bij de netbeheerder kunnen ervoor zorgen dat er op bepaalde locaties op specifieke momenten onvoldoende stroom beschikbaar is. Het is belangrijk om met stakeholders, zoals netbeheerders, in gesprek te gaan om de omvang van het probleem te begrijpen. Een scenario waarin er overdag geen aansluiting mogelijk is, vereist namelijk een andere oplossing dan wanneer dit alleen tussen 4 en 6 uur ’s middags het geval is. Bij bestaande bouw is het eenvoudiger om inzicht te krijgen in het energieverbruik, doordat de netbeheerder via kwartierdata inzicht biedt in momenten van hoog en laag verbruik. Als er meer gedetailleerd inzicht nodig is, kunnen verbruiksmeterdata worden gebruikt om het verbruik verder te analyseren.
Aan het einde van stap 1 is er zodoende inzichtelijk gemaakt óf en wannéér er een probleem is.
Stap 2 – Vaststellen van verbruikspatronen
Meten is weten. De tweede stap in de DVI Methode draait om het analyseren van energieverbruik en -opwekking. Dit wordt bereikt door:
- Data-analyse: Data van slimme meters biedt inzicht in verbruik op verschillende momenten van de dag, week en maand.
- Grootverbruikers in kaart brengen: Welke installaties zorgen voor piekverbruik? Denk aan warmtepompen, elektrische voertuigen of productieapparatuur.
- Simulaties en gedragsanalyse: Hoe kan het gedrag van gebruikers, zoals laadmomenten, worden aangepast om piekbelasting te voorkomen?
De data verzameld in stap 1 bieden de basis voor een analyse van met name de grootste verbruikers en hun stuurbaarheid. Bijvoorbeeld, kunnen laadpalen op bepaalde momenten worden uitgeschakeld? Bij bedrijfsmatige activiteiten is het belangrijk om piekmomenten per week en maand te identificeren, aangezien er vaak maar gedurende een beperkt aantal uren per maand een probleem is. Vaak kan er binnen de bestaande aansluiting meer worden benut en kan het verbruik worden afgestemd op de energieopwekking, bijvoorbeeld van zonnepanelen.
Stap 3 – Implementeren van (technische) oplossingen
Nu de spelregels duidelijk zijn, kunnen we eindelijk aan de slag met de oplossingen. Het doel hierbij is om zo veel mogelijk eigen energie onder eigen dak te houden. Dat betekent dat verbruikspatronen zo worden ingericht, dat deze overeenkomen met de momenten dat energie wordt opgewekt. Met een moeilijk woord noemen we dat ‘gelijktijdigheid’.
Dit is waar de Trias Congestica om de hoek komt kijken. Welke bouwkundige maatregelen kun je bijvoorbeeld nemen om energie te besparen? Hoe optimaliseer je huidige verbruikspatronen zodat deze overeenkomen met opwekking en piekbelasting vermijden? Heb je de techniek afgestemd op je verbruiksdoelen en je gedrag aangepast? Met deze vragen kun je vormgeven aan een slim energieconcept dat met alle belangrijke aspecten rekening houdt.
De allerlaatste stap is het, indien nodig, toevoegen van opslagcapaciteit, zoals thermische of elektrische accu’s, om energie op te slaan voor later gebruik. Dit kan echter kostbaar zijn en vereist zorgvuldige engineering. Bij het toevoegen van accu’s komen vragen op. Bijvoorbeeld; hoeveel energie moet worden opgeslagen? Hoe lang moet dit? En hoe gaan we om met periodes waarin de accu niet eenvoudig gevuld kan worden door eigen opwek? Lossen we dat alleen op, of gaan we in gesprek met onze buren? Dit pakken we in deze fase gezamenlijk aan. Al deze vragen geven uiteindelijk samen vorm aan een energieconcept dat de impact van netcongestie mitigeert.
De DVI Methode in de praktijk
Hoe ziet de DVI Methode eruit in de praktijk? De oplossing is altijd maatwerk, en dus voor elk project anders. Een eenvoudig voorbeeld is het optimaliseren van de plaatsing van zonnepanelen. Als je veel stroom nodig hebt tussen 11:00 en 15:00, moeten de panelen op het zuiden gericht zijn. Als je energie vooral voor 11:00 en na 15:00 nodig hebt, kun je ze beter op het oosten en westen richten. Dit zorgt ervoor dat je de energieopwekking optimaal afstemt op je verbruik.
Een ander voorbeeld is de tijdelijke inzet van een accusysteem om de energievoorziening te verbeteren, aangezien uitbreiding van de elektra-aansluiting door netcongestie pas in 2029 mogelijk zou zijn. Het accusysteem werd ontworpen om energie op te slaan tijdens daluren en te leveren op piekmomenten. Gezamenlijk met een acculeverancier is het systeem ontworpen en geïnstalleerd.
Als de netcongestie dusdanig groot en complex is dat er geen eenvoudige technische oplossing mogelijk is, dan is de beste mogelijkheid om met de netbeheerder gezamenlijk op zoek te gaan naar mogelijkheden. Een deel van de netcongestieproblemen is namelijk niet alleen technisch, maar ook contractueel. Bij een groot winkelcentrum hebben we in overleg met de netbeheerder het vermogen van diverse huurders kunnen alloceren om daarmee voor iedereen de gewenste én benodigde aansluitvermogens te garanderen. Een andere mogelijkheid is het op piekmomenten afschalen van het contractueel vermogen (flexibel vermogen), waardoor er op andere momenten wel voldoende vermogen beschikbaar is. Dit is vooral goed te realiseren als er grote stuurbare vermogens aanwezig zijn.
Een unieke benadering voor een complex probleem
Wat de DVI Methode onderscheidt, is de integrale aanpak. Het gaat niet alleen om techniek, maar om een samenspel van technologie en samenwerking. Door vanaf het begin stakeholders te betrekken en verbruikspatronen inzichtelijk te maken, biedt de methode een robuust en flexibel raamwerk voor uiteenlopende projecten.
De DVI Methode is niet zomaar een reactie op een probleem, maar een strategie die helpt om energie slim en duurzaam in te zetten. Of het nu gaat om een bedrijventerrein, een nieuwbouwwijk of een bestaand kantoor, de methode bewijst keer op keer dat er altijd een oplossing is – zolang je bereid bent om verder te kijken dan traditionele wegen.
Klaar voor de volgende stap!
Met dit artikel sluiten we onze serie over netcongestie af. Wil je weten hoe de DVI-Methode specifiek voor uw project kan worden toegepast? Kom in contact met onze adviseurs en ontdek hoe we samen de impact van netcongestie kunnen minimaliseren voor jouw project!